Rutger Bregman is correspondent bij De Correspondent. En hij schrijft prachtige stukken, zoals “wie de wereld wil veranderen moet onredelijk, onrealistisch en onuitstaanbaar zijn” en “waarom ik in 1 klap besloot vegetarier te worden”. Waarmee hij me tot ernstig heroverwegen en actie brengt. En het roept me op ook dagelijks het verschil te maken, in mijn werk voor organisaties.
En dat kun je natuurlijk makkelijk genoeg vergeten. In het dagelijks handwerk is er veel aan de hand. Veel “politiek met een kleine p”. Noodzakelijk wellicht. Maar vooral probleemmanagement. Geen grote stappen voorwaarts. Werk dat je je later niet zult herinneren, dat niet bevredigt. Werk dat achteraf vrij irrelevant kan lijken. Te vaak is de transformatie voor mij nog de wereld met ecosystemen, experiences, intelligence, workspaces, design, platforms, internet of things, bots. Technologietrends om de technologie, met maar een schuin oog op de waarde.
Daarom is het lekker af en toe ver buiten de box te denken. De digitale transformatie leent zich ervoor. Het heeft prachtige beloftes in zich. Tijd en plaats overbruggen. Democratiseren: het geeft een stem en helpt ons ons anders te organiseren. Het laat ons inzichten en goederen delen, verbonden zijn en beter kiezen. We kunnen er nieuwe werelden mee maken. Politiek met een grote P in Rutger Bregman’s woorden.
Dat vraagt dan om fundamenteel zijn. Dat vraagt erom hele andere alternatieven te zien. Dat is wat een transformatie inhoudt. En dan begrijp ik ook dat je daarin onredelijk, onrealistisch en onuitstaanbaar bent, vanzelf. Afwijkende visies zijn dat namelijk al snel, in de ogen van anderen. Je spiegelt niet wat de heersende mening is, wat staand beleid is. Je hebt een grote visie op de toekomst, je hebt een groot verhaal. Politiek met een grote P.
In de praktijk valt me dat niet mee. Je ruggengraat laat je makkelijk in de steek, je kracht/vakmanschap, verantwoordelijkheidsgevoel, daadkracht is bij werkelijke vooruitgang al gauw in het geding. Je hebt een lange adem nodig en dat is me vaak niet gegeven. Je hebt een blijvende energiebron nodig, die ik soms in samenspel met anderen vind. En als dat dan lukt, zeg 1 of 2 keer per jaar, dan blijkt onredelijk en onrealistisch (van onuitstaanbaarheid word ik weinig beticht) erg inspirerend. Genoeg om uit te putten voor een volgende ronde.