Je moet tegenwoordig digitaal overal tegelijk zijn. Ben je net verbonden met een nieuwe partner, is er een nieuwe app die veel van je klanten gebruiken. Zit je net lekker op Facebook, lanceert Google een nieuwe dienst die je omzet kan gaan kosten. Lanceer je een data dienst op een specifiek klantgroep kanaal, blokkeert een partner je toegang tot een andere klantgroep. Je digitale ecosysteem is overal en nergens. Het biedt je kansen in nieuwe markten, dichter bij klanten te komen, nieuwe diensten te leveren. Maar dan moet je wel divers en specifiek kunnen aanhaken.
API is hier het toverwoord. Wat mij betreft niet met de I van Interface, maar van Interactie. Niet met de P van Programmeren, maar van Propositie. Niet met de A van Applicatie, maar van Allooi: werkelijke waarde. En Interactie, Propositie en Waarde goed krijgen – dat vraagt een goed (bedrijfs)ontwerp.
Die Interactie is ten eerste cruciaal. Een API maak je namelijk met en voor echte klanten.
Uiteraard met de betrokken ontwikkelaars. Zaken als documentatie, gebruiksvoorbeelden, support en een goed doordacht ontwerp vragen aandacht. Het moet makkelijk zijn voor ontwikkelaars om de API onder de knie te krijgen en effectief te gebruiken. Het kweken en onderhouden van een community rondom de API is belangrijk: leden delen ervaringen en tips met elkaar, ze geven feedback en helpen zo de API te verbeteren.
Maar vooral maak je APIs ook voor een diverse doelgroep van business mensen bij afnemers en partners. Marketing en sales inspanningen zijn hierin belangrijk, zonder deze kom je niet ver. Je zult partners bereid moeten vinden om samen met je te innoveren. Het vertrouwen en de contractuele afspraken maken daar onderdeel van uit.
Stap voor stap, partner voor partner, API voor API ontstaat zo heel natuurlijk een basis infrastructuur, een platform. Een interactie platform dat de basis is van je digitale ecosysteem. Te gebruiken voor alle type gebruikers, business modellen, sectoren en waardeketens heen. En over produkten, diensten, processen en culturen heen. Lokaal en wereldwijd. Je doet er transacties en data uitwisseling mee.
Het zal al snel het fundament vormen voor je digitale organisatie. Waarmee je een geintegreerde digitale strategie realiseert en innovatie versneld. Want “Joy’s wet” zegt dat de slimste mensen altijd voor iemand anders werken. Met het interactieplatform kun je tappen in talent en budget buiten de organisatie. Zo ontstaan additionele diensten, nieuwe toepassingen, extra inkomstenstromen en extra groeikracht.
Als tweede is niet de P van “Programmeren”, maar van Propositie belangrijk.
Wat vragen afnemers en partners waarmee je interactie hebt? Wat voor een toptaak wil zij doen? Wat zijn relevante problemen van de afnemer? Waar zit hun waarde: welke uitkomst wil ie, wat verwacht ie, hoe kunnen we hem verrassen? Door met deze vragen een API als een interface naar een dienst of een produkt te beschouwen wordt hij relevant. Wat kunnen APIs dan zoal betekenen?
Allereerst kunt je ermee realtime (trans)acties uitvoeren.
Neem het typische voorbeeld van de Facebook’s Marketing API. Je kunt ermee campagnes definieren (met bijv. budget, uitvoeringsschema, biedingsbedrag), een doelgroep (met bijv. zoekterm) en de advertentie (tekst, media en “call to action). Zo verwerft Facebook het grootste deel van haar verkooptransacties. Maar in Nederland moet je veel meer denken aan de boekhoud transacties van Twinfield en de verkooptransacties van retailer Bol.com.
Ten tweede kunt je ermee een situatie verrijken. Neem als typisch voorbeeld Google Maps. Daarmee verreik je adres informatie eenvoudig met een kaart van de locatie. In de Nederlandse situatie kun je dan denken aan de NS API. Hiermee kun je een bestemming eenvoudig verreiken met reisadviezen en informatie over prijzen, actuele vertrektijden, storingen en werkzaamheden.
Als derde kun je een API ook inzetten om te informeren. Je kunt er zo mee bereiken dat je informatie veel mensen bereikt. Dat doet bijvoorbeeld de Nederlandse overheid met al haar vacatures (van 2.000 organen). Ook kun je bereiken dat je als geautoriseerde bron van informatie wordt gezien, zoals ABN AMRO met haar beurs informatie.
Als vierde kun je er kansen mee helpen detecteren en identificeren en realtime volgende acties bepalen. Neem bijvoorbeeld Springest. Zij levert continu leren. Met haar API kunnen mensen boeken, artikelen, training vinden, daarover push berichten krijgen en direct inschrijven, lezen of het artikel bewaren. Maar kansen kun je ook detecteren door sensoren, locatie detectie en voorspellende analyse.
Als vijfde kun je essentiele complexe diensten leveren. Zo heeft Microsoft een aantal taal en spraak diensten ontwikkeld. Daarmee kun je spraak, beeld en taal aanbieden en krijg je de emotie, een vertaling, taal-begrip of een zoekresultaat beschikbaar. Zeer waardevol, betaal voor het gebruik, is erg lastig zelf te ontwikkelen. Amazon heeft vergelijkbare diensten (Rekognition, Polly en Lex).
Tot slot is de A van API wat mij betreft niet van Applicatie, maar van Allooi: waarde.
Hier komt een goed ontwerp en innovatieproces om de hoek kijken. Traditioneel kostte het opzetten van dergelijke innovatie partnerships lange onderhandelingen, ze kosten veel tijd en geld. Met een API platform en een kortcyclisch ontwerp/innovatieproces gaat dat allemaal veel makkelijker.
Soms herkent de partner al waardevolle bestaande APIs. Dan is partneren een kwestie van het invullen van een formulier, accepteren van gebruiksvoorwaarden en het kopieren van een API sleutel in een App. Zeer laagdrempelig, ook individuele mensen op een zolderkamer kunnen er mee uit de voeten.
Voor anderen, die aankloppen met een partner idee, is een korte inspanning, in de orde grootte van 1 week design sprint, genoeg. Op dag 1 scoping, contextvorming en waardebepaling via dag 2 propositie samenstellen, naar dag 3 prototype en specifieke API ontwikkelen, dag 4 testen/valideren met de doelgroep en dag 5 bijstellen tot eerste produktie resultaat.
Voor grotere proposities en voor integratie met backoffice processen of applicaties zijn wellicht design sprint van 10 weken nodig van concept tot produktie. Dan zijn met name inlevingsvermogen, creativiteit en samen experimenteren en uittesten essentieel.
Stop APIs te zien als technologie, als programmeer interfaces. API moet staan voor Waardevolle Propositie Interactie. Met het bouwen van zo’n platform met met APIs bouw je het fundament voor je digitale organisatie en bedrijfsmodel. Waarmee je een geintegreerde digitale strategie realiseert en innovatie versneld. Een goede opstap naar additionele diensten, nieuwe toepassingen, extra inkomstenstromen en extra groeikracht. Doen!