Van oktober 2014 tot januari 2015 deed ik op edX.org de online cursus voor de Design aanpak van de TU Delft (#delftxdesign). Ik kauwde op het proces, bekeek de stappen in het proces opnieuw. Zeven belangrijke lessen heb ik daaruit geleerd.
1. Orienteer en Onderzoek
We startten met het thema “morgenrituelen”. We draaiden daar omheen. Verkenden het bij onszelf. Bekeken het bij anderen. Dat voelt eerst ongemakkelijk: met welk doel doe ik dit? Is dit wel effectief? Gaandeweg wordt dat beter. Je wordt je ervan bewust dat jouw beleving ervan heel anders is dan die van anderen. Dat de doelen ermee, de emoties erbij, de context waarin het gebeurt sterk verschillen. Je krijgt een totaal nieuw zicht op het thema of de situatie waarin je je verdiept. Essentieel om jezelf open te stellen.
2. Wees empathisch
Als doelgroep voor de ontwerpuitdaging koos ik voor kinderen op de basisschool. Daarvoor interviewde ik mijn dochters over hoe ze ’s ochtends opstonden. En dat leverde prachtige gesprekken op. Waar zaten hun angsten? Hoe waren hun nachten? Hoe beleefden ze de dag die komen zou? Wat zouden ze anders willen doen ’s ochtends vroeg? Hoe beleefden ze mama, papa en zusje voordat ze naar school gingen? Meeleven en je tot op de huid inleven in je doelgroep werd zo voor mij een bijzondere ervaring.
3. Geef vormgeving, beleving en emotie een prominente plek
Ik ben wel gewend tegelijk te werken met de constructie, de functie en de vormgeving van organisaties en hun informatievoorziening. Met vormgeving, de creatieve kant, misschien het minst. Bij de Delft Design Aanpak kreeg deze kant van mij meer aandacht. Ik kan prima bedenken dat ik basisschoolkinderen iets wil bijbrengen. Maar als ik dat niet geweldig verpak, geweldig vormgeef, dan gooien ze het snel in een hoek. Bij het maken van een Nintendo DS-game zat daar mijn blinde vlek, die feilloos werd blootgelegd. Emotie en aantrekkingskracht zijn cruciale factoren, waar ik nu beter op let.
4. Bekijk de hele levenscyclus
Ik dacht dat ik in mijn werk best toekomstgericht en holistisch te werk ging. Niets bleek minder waar. Mijn aandacht lag kennelijk wel bij het gebruik en de vormgeving. Maar of iets ook echt maakbaar was, en met welke materialen dan, ontging mij soms. Distributie, verkoop en service van producten en diensten samenhangend in het ontwerp stoppen, ik krabte soms achter mijn oren. En hetzelfde gold voor de destructie: voor een bedrijfsproces of applicatie dacht ik niet eerder zover door. Bijzonder leerzaam.
5. Ga terug, soms 2 stapjes, soms wel 6
Snel itereren, heb ik ervaren, hoort bij Design. Leren door gewoon te gaan proberen ook. De training werd in mooie, vrij hapklare brokken (per week) opgediend. Toch heb ik vaak teruggekeken, stukjes over gedaan, extra modelletjes in eerdere stappen zitten maken. Ik bedacht een scheurkalender. Maar zou die passen in de context? Zou een basisschool kind daar iets mee hebben? Al met al werd het een rommelige zoektocht.
6. Maak het concreet, maak het tastbaar
Als designer moet je ook een doener zijn. Er wordt al snel een prototype van je verwacht. En dat prototype geef je ook snel aan gebruikers in de praktijk. Slecht voor je ego. Nog nooit zo snel de irrelevantie van een idee ingezien. Het maken van wireframes voor een Nintendo DS game was voor mij nog enigszins te doen.
7. Toon en leg uit
De laatste uitdaging in de MOOC was het maken van een elevator pitch video. Waarin je je uitdaging toelichtte en de oplossing die je had gevonden. De tien besten konden een boek winnen. Dat boek ging aan mijn neus voorbij, en terecht. Glasheldere en overtuigende betogen met een nuttige vormgeving, er kwamen prachtige pitches voorbij. Ook daar heb ik weer veel van geleerd.